Bladen afdrukken

Door een nieuw vel toe te voegen en een sjabloon te selecteren, wordt het afdrukken van etiketten eenvoudiger. Sjablonen omvatten paginagrootte, labelindeling en ontwerpinstellingen om uw workflow te stroomlijnen.

Als u een nieuw werkblad wilt toevoegen, kiest u een vooraf gedefinieerde sjabloon uit de sjablonen die u hebt gemaakt. Sjablonen definiëren het labeltype (rol of vel), het paginaformaat, de labeldistributie en de ontwerplay-out.

Nadat u een sjabloon hebt geselecteerd, kunt u beginnen met het toevoegen van labels op basis van de lay-out. Afhankelijk van het sjabloontype kunt u items of adressen koppelen of handmatig gegevens invoeren op elk label.

Als de lay-out koppelingen ondersteunt, kun je labels koppelen aan bestaande items of adressen die zijn opgeslagen in de app. Hiermee worden automatisch velden zoals naam, barcode of adres ingevuld. Items moeten ten minste één barcodeveld hebben, zoals EAN/UPC, SKU of serienummer, om barcodes te kunnen genereren.

U kunt ook handmatig labelgegevens invoeren in plaats van te linken, afhankelijk van de sjabloon.

Nadat de labels zijn ingevuld, kunt u ze genereren met behulp van het ontwerp dat in de sjabloon is gedefinieerd. Dit zorgt voor een consistente indeling en uitstraling op alle labels op het vel.

Vellen worden in PDF-formaat afgedrukt met AirPrint-compatibele printers. Als u een rolsjabloon gebruikt, kunt u rechtstreeks naar Zebra-printers afdrukken via Bluetooth, netwerk of USB. U kunt ook kiezen voor PDF-uitvoer voor etiketten op rol die via AirPrint kunnen worden afgedrukt. AirPrint werkt met de meeste standaard desktopprinters, terwijl labelprinters meestal netwerk-, Bluetooth- of USB-verbindingen gebruiken.

Voordat u een PDF afdrukt, moet u het blad controleren om er zeker van te zijn dat alle labels correct zijn gevuld en uitgelijnd. U kunt een voorbeeld van de uiteindelijke lay-out bekijken en eventuele aanpassingen aanbrengen. Zorg ervoor dat u met 100% zoom afdrukt om problemen met uitlijning of offset te voorkomen.